hooien

Historie

De oudste vermelding van de wens om in Zaandam een kinderboerderij te stichten is te vinden in notulen van de Vereniging voor School- en Werktuinen Zaandam (bestuursvergadering 26 april 1955): “Voorzitter kan de verheugende mededeling doen, dat B.enW. bereid waren een groot stuk grond aan School- en Werktuinen te verhuren voor ƒ 27,- per jaar, ingaande 1 april 1955. Dit stuk bleek echter zo groot, dat het zeker niet allemaal voor tuintjes bestemd zou kunnen worden. Wat met de resterende grond te doen? Na diverse mogelijkheden bekeken te hebben was een ieder enthousiast voor het voorstel van voorzitter om te trachten te komen tot een kinderboerderij”.
Die voorzitter was de heer Prud’homme van Reine, leraar Biologie aan het Zaanlands Lyceum en naderhand nauw betrokken bij de realisatie en het beheer van kinderboerderij Darwinpark. Uiteindelijk kwam dat er pas van toen de firma Albert Heijn in 1962 n.a.v. het 75-jarig jubileum op zoek ging naar een passend cadeau, voor de jeugd van Zaandam. Dat cadeau werd een kinderboerderij in het Darwinpark. Op 16 mei 1967 (3e Pinksterdag) werd de boerderij officieel geopend door de zoon van Albert Heijn jr. en de dochter van burgemeester Baart.

Het College van B&W haalde ’s ochtends het (traditionele) “bokkie” op de veemarkt te Purmerend en leverde dit tijdens de opening af op de boerderij. De gezamenlijke kappers te Zaandam boden de pony “Figaro” aan. Het aanschaffen van andere boerderijdieren gebeurde door de heren Prud’homme van Reine en Feenstra, bestuursleden van een opgerichte beheerscommissie. De laatste, een voormalige dierenarts, was directeur van het slachthuis …

Kort voor de opening werd Wim van der Sluis aangesteld als eerste beheerder van de kinderboerderij, bijgestaan door zijn vrouw Janny. Wim is geboren in het Friese Elahuizen, heeft de landbouwschool doorlopen en werkte als zuivelcontroleur in Warns en naderhand bij de bedrijfspolitie van de Artillerie Inrichtingen te Zaandam. Aanvankelijk was Wim het enige personeelslid op de boerderij. Gelukkig ontstond al snel een groep trouwe, jeugdige vrijwilligers.

Vrijwilligers zijn altijd een belangrijke rol blijven spelen bij het bestieren van de boerderij. De toeloop van jongere vrijwilligers is in de loop der tijd wel duidelijk afgenomen. Er stond aanvankelijk geen beheerderwoning op het terrein. Dat leverde al snel problemen op, bijvoorbeeld in geval van (nachtelijke) bevallingen, maar ook i.v.m. ook toen al regelmatig voorkomend vandalisme. Na een aantal incidenten, waarbij ook sprake was van mishandeling van dieren, werd de roep om een beheerderwoning vanaf 1970 steeds dringender. In 1972 viel het besluit om een dienstwoning met aparte toegangsbrug te gaan bouwen, evenals een toiletgebouwtje. Aan de kosten van deze opstallen leverde Albert Heijn ook weer een relevante bijdrage. Maar uiteindelijk woonden Wim en Janny van der Sluis nog tot 1974 op een flat in Poelenburg.
De beheerscommissie overwoog vóór de opening om toegang te gaan heffen, maar zag daar wijselijk van af. Voor de exploitatie van de boerderij was in 1967 ƒ 40.000,- begroot. Dat was wat “optimistisch” ingeschat en de kosten zouden in de loop der jaren dan ook flink oplopen. Dat werd mede veroorzaakt door de (broodnodige) uitbreiding van het aantal medewerkers. Wim van der Sluis kreeg er begin jaren zeventig een assistent bij. Na de heren Taal en Buijs trad in 1973 Jaap Aafjes in dienst.

In 1974 werd ook nog een “meisje” aangesteld. Carla Timmerman werd in 1977 opgevolgd door dierenverzorgster Corrie Noë.

Een paar interlinies verdient de boerderijdependance, die enige tijd heeft bestaan bij bejaardencentrum “Gortershof” te Zaandijk. Eind 1977 werd met het oog hierop een extra medewerker  -Mario Krancher-  aangesteld, waarna de officiële ingebruikname van het dierenweitje in 1978 plaatsvond. Omdat het beheer van zo’n dependance uiteindelijk op teveel bezwaren stuitte, werd deze in 1982 opgedoekt.
Er is in de loop der jaren overigens meerdere malen overwogen of aanbevolen om elders in Zaanstad een tweede kinderboerderij te stichten. In 1975 was het Rosariumpark te Krommenie in beeld, in 1980 het Noorderveld bij Wormerveer. Het is er (gesubsidieerd door Zaanstad) nooit van gekomen. Maar in 1983 kwam door particulier initiatief kinderboerderij Rooswijk te Zaandijk tot stand en in 1991 kinderboerderij De Veldmuis in de wijk Westerwatering te Zaandam.

Ook de aanstelling in 1978 van een tweetal “schoolbiologen” Ron van ’t Veer en Tom Kisjes, werkzaam op en vanuit de boerderij, verdient vermelding. Deze aanstelling was een al lang gekoesterde wens van dr. Prud’homme van Reine, voorzitter van de beheerscommissie kinderboerderij én de vereniging School- en Werktuinen. Het is voor Prud’homme altijd een smetje gebleven dat er geen afgestudeerde biologen, maar afgestudeerde onderwijzers werden aangesteld. Echter, ook vanuit het onderwijsveld werd in de jaren zeventig de roep om schoolbiologen steeds luider. En men oordeelde dat het basisonderwijs meer gebaat was bij didactisch en pedagogisch geschoolde mensen. En toen de gemeente zélf de noodzaak aanstipte met de nota Natuureducatie (1976) bleef slechts de vraag over hoe schoolbiologen zo goedkoop mogelijk konden worden gecontracteerd. Van ’t Veer en Kisjes werden voor een periode van ongeveer twee jaar aangesteld. In die tijdspanne moest de behoefte aan praktisch en aanschouwelijk natuuronderwijs worden aangetoond. Toen dat in 1980 overduidelijk was gelukt kon het “Biologisch lescentrum” verder werken aan een repertoire van lessen en leskisten. Er werden eerst lessen verzorgd in een kleine stal, die daar eigenlijk niet voor was ontworpen. Er kon een half jaar gebruik worden gemaakt van een leegstaand leslokaal in kleuterschool “De Kemphaantjes. In het najaar van 1979 werd t.b.v. het lescentrum een verrijdbaar leslokaal op het boerderijterrein neergezet. Dat is tot 1986 gebruikt, waarna het lescentrum z’n intrek nam in de al eerder genoemde, vrijgekomen kleuterschool.

De allereerste lesactiviteit van het lescentrum  -de boerderijles voor de jongste basisschoolleerlingen-   is uitgegroeid tot een klassieker én is nog altijd een zeer populair onderdeel van het jaarlijkse lesaanbod.

In 1980 volgde Wilma Udink (en later Monique Kruyver) de arbeidsongeschikt geraakte Corrie Noë op als gastvrouw en dierenverzorgsters. In 1990 werd Jaap Aafjes afgekeurd voor zijn werk als onderhoudsmedewerker. Hij werd vervangen/opgevolgd door de heren Havik en Vonk. In 1992 werd het 25-jarig bestaan van de boerderij gevierd en werd tegelijkertijd in stijl afscheid genomen van pensioengerechtigd beheerder Wim van der Sluis, na een 25-jarig dienstverband.

Het was een afscheid met gemengde gevoelens, want er circuleerden al enige tijd bezuinigings- en privatiseringsplannen. Het echtpaar Van der Sluis verhuisde naar Drachten en in afwachting van concrete toekomstplannen m.b.t. de boerderij werd Stef Kroon aangesteld als tijdelijk beheerder.
Een overweging om tot privatisering van natuur- en milieueducatieve voorzieningen over te gaan was dat binnen het gemeentelijke apparaat het beschikbare geld voor een groot gedeelte opging aan ambtelijke bemoeienissen, de zg. overheadkosten. Zo constateerde de beheerscommissie in 1987 dat alleen al op de boerderij ƒ 140.000,- overhead drukte.
In 1993 werd de privatisering een feit door de oprichting van de stichting Natuur- en Milieu Educatie Zaanstreek (nu Zaans Natuur en Milieu Centrum). Naast de boerderij kreeg de stichting ook de schooltuinen, de heemtuin en het lescentrum onder zijn beheer. Uiteindelijk trad van de bij privatisering betrokken medewerkers toentertijd alleen Tom Kisjes in dienst van de stichting. Daarnaast moest men allemaal nieuwe personeelsleden aannemen. Als beheerder van de kinderboerderij werd Frans Gillard aangesteld, met als assistenten Paula Willemsen (later opgevolgd door Carina Wijhenke) en Rene Veenman (later opgevolgd door Arie den Toom, Adrie van Oyen en Martine de Jonge).

In het jaar 1999 werd Jan Renes aangesteld als opvolger van de vertrokken Frans Gillard. De boerderij kon de afgelopen jaren in het kader van de Melkertregeling voor langdurige werklozen nog een aantal extra medewerkers aanstellen, waarvan Ane Jan Glastra van Loon naderhand een reguliere aanstelling kon worden aangeboden. Sinds 2004 is op de boerderij i.s.m. de stichting Odion een leerwerkplek voor een (groeiende) groep verstandelijk gehandicapten gecreëerd.

Er waren op het grote terrein aanvankelijk geen paden en afrasteringen gepland. Eind jaren zestig lagen er uiteindelijk wat paden met kolengruis en sintels als afdeklaag. Naderhand werd deze niet ideale situatie verholpen door de aanleg van veel beter begaanbare asfaltpaden, die bovendien een rondwandeling mogelijk maakten.
Een kwestie, die vrijwel vanaf de start overlast opleverde en die na veertig jaar (!) nog altijd niet is opgelost, betrof de riooloverstort die was aangelegd aan het slotenstelsel van de boerderij. Reeds in 1972 werd in een brief van de gemeente Zaandam geconstateerd dat massale vissterfte te wijten was aan overmatige eutrofiëring (bemesting) van het water door riooloverstortlozingen. Aanbevolen werd om deze lozingen in de nabije toekomst te voorkomen. In 1974 werd er wederom een onderzoek aan gewijd en in 1976 sprak directeur Beltman van de Dienst Reiniging en Milieuhygiëne Zaanstad van een “uit recreatief, educatief en milieuhygiënisch oogpunt niet te motiveren toestand”. Uit financieel oogpunt werd echter volstaan met het slaan van een damwand, die zorgde dat de rioollozingen de binnensloten van de boerderij min of meer oversloegen. Het vuil werd nu via de   -ook nu nog-  zeer zichtbare en ruikbare omringsloot afgevoerd.
In de loop der jaren werd het aantal opstallen op de boerderij uitgebreid. Naast de al eerder genoemde dienstwoning werd in 1976 uit de eigen opgebouwde financiële reserve een tweede stal gebouwd, waarin geiten, schapen en koeien werden gehuisvest. In 1977 werd een uit bielzen opgebouwde mestplaat gerealiseerd en in 1978 bouwden de leerlingen van de Cor Kakesschool een konijnenflat. In 1984 kon (o.a.) met financiële hulp van de Junior Kamer een kapberg t.b.v. de hooiberging worden gebouwd.

Ook hier werd bij de bouw   -naast veel zelfwerkzaamheid-  hulp geboden door de Cor Kakesschool. De begane grond van deze kapberg werd als kaasmakerij en werkplaats benut.
Toen Albert Heijn in 1987 het 100-jarig jubileum vierde schonk het bedrijf Zaanstad een geldbedrag om de bouw van een personeels- en kantoorruimte op de boerderij te verwezenlijken. Daarnaast kon van de gift de nabij gelegen kleuterschool “De Kemphaantjes” worden aangekocht en opgeknapt t.b.v. het Biologisch lescentrum en het Natuurmuseum E.Heimans.
Naderhand, toen de boerderij door de Stichting Natuur- en Milieu Educatie Zaanstreek werd beheerd, is de hoofdpoort vervangen, werd een natuurpad aangelegd en kon een bijenstal worden gerealiseerd. Dankzij giften van ondermeer het Honig Laanfonds zijn in 1999 nog twee dierverblijven gebouwd en kwam er een paardenbak. Via actieve fondswerving kon een speeltuin worden aangelegd en werd een kippenhok omgebouwd tot horecahuisje. Dankzij ondermeer bijdragen van de Gemeente Zaanstad kon in 2003 de oudste boerderijstal worden gerenoveerd en omgebouwd tot educatieve ruimte; er werd een nieuwe toiletruimte aangebouwd. In 2005, tenslotte, werd de oude mestplaat vervangen door een nieuwe, die aan de geldende milieueisen voldoet.